De Rijn, de IJsselaftakking, de Maas, de Schelde en de Eems vormen in Nederland een grote delta. De strijd tegen het water begon al in de 10e eeuw. Eerst met het temmen van de rivieren en de getijden, daarna door landwinning.
Poldermolens speelden daarbij een doorslaggevende rol. De molen van Sloten is zo’n ‘poldermolen’, ontworpen om water te pompen.
Voor een indruk, Nederland telt zo’n 4000 polders. De meeste zijn klein, er zijn ook een paar hele grote. Inmiddels hebben we een systeem van pompen die automatisch een teveel aan regenwater via ringvaarten afvoert naar zee.
De Molen van Sloten, een poldermolen met vijzel, assisteert bij het bemalen van de ‘Voormalige Sloterbinnen- en Middelveldsche- Gecombineerde Polders’. Afhankelijk van zomer of winter ligt het waterpeil van deze polder op 2.10 tot 2.15 m onder zeeniveau. Overtollig water wordt in de ringvaart van de Haarlemmermeer gepompt, 0,6m onder zee niveau. Via het gemaal bij Halfweg het water via het Noordzeekanaal naar zee afgevoerd.
Al in de 13e eeuw ontstonden de eerste overlegorganen van belanghebbenden hoe droge voeten te houden. Ons woord ‘polderen’ komt daar vandaan, het is het begin van onze democratie. Er zijn inmiddels 21 waterschappen ingedeeld naar de diverse stroom-, en afwateringsgebieden. Tot de kerntaken behoren de waterkering, de waterkwantiteit en de waterkwaliteit.
Een negatief neveneffect van dat bemalen is dat polders en droogmakerijen de neiging hebben in te klinken, vooral in veengebieden. Op sommige plekken is dat een halve centimeter per jaar, het is de reden dat Nederland voor ca 60% onder de zeespiegel ligt.
Hadden we eerder een te veel aan water, door klimaatverandering ontstaat nu meer en meer het gevaar van uitdroging. Een reden temeer je in de materie te verdiepen, kom eens in de Molen kijken!